- Willen we toe naar een Europa met schoner vervoer en beter leefbare steden, dan is er nog aardig wat werk aan de winkel.
- Tot die conclusie komt Maria Tsavachidis, directeur van een Europees kennis- en innovatiecentrum.
- We mogen volgens haar best wat vaker thuiswerken en subsidies voor elektrische auto’s kunnen slimmer worden toegewezen.
- Lees ook: Nederlandse bedrijven kunnen klimaatdoelen voor reductie CO2-uitstoot in 2030 halen, aldus ABN Amro (maar makkelijk is dat allerminst)
Steden vol brede autowegen, met files vol benzine slurpende auto’s. Maria Tsavachidis moet er weinig van hebben. De directeur van het Europese kennis- en innovatiecentrum EIT Urban Mobility ziet een Europa voor zich met leefbare – dus niet overvolle – steden en ‘groene’ mobiliteit.
Om daar te komen, moet Europa volgens haar nog vooruitgang boeken op drie gebieden. Om te beginnen het verkeer. “We moeten waar mogelijk verkeer vermijden”, zegt Tsavachidis als Business Insider Nederland haar spreekt op een evenement in Brussel.
Minder verkeer betekent immers minder filevorming. “Tijdens de pandemie zagen we dat werken op afstand een optie is. Als je drie keer per week thuiswerkt, hoef je drie dagen minder te pendelen.”
Alles in de stad op maximaal 15 minuten lopen
Ook moeten beleidsmakers beter kijken naar hoe we steden ontwerpen, vindt Tsavachidis. “Parijs kwam met het 15 minuten-stadsconcept, wat door veel steden wordt omarmd. Het houdt in dat je alles wat je nodig hebt in je dagelijkse leven in de buurt hebt. Van een school voor je kinderen, een huisarts, winkels en entertainment tot recreatiemogelijkheden. De noodzaak om daarvoor de auto te nemen, wordt dan minder.”
Makkelijk is zoiets niet, geeft Tsavachidis toe. "Je moet steden erdoor op een polycentrische manier herontwerpen, dus zonder één stadscentrum met een groot gebied daaromheen. Als je nu uit een buitenwijk komt, duurt het vaak wel 30 minuten om in het stadscentrum te komen. Dat levert veel verkeer op."
Tot slot moeten beleidmakers volgens Tsavachidis inzetten op het verschuiven van mobiliteit. Is het altijd nodig om met de auto ergens naartoe te gaan, vraagt ze zich af, of kunnen we ook de fiets nemen? Wel als winkels en dokters binnen een straal van 15 minuten wandelen in de buurt zijn. "We verschuiven ritjes met vervuilende privéauto's door fietsritjes, ritjes in het openbaar vervoer of bijvoorbeeld wandelingen."
Voor wie slecht ter been is of een lange afstand moet afleggen, blijft ook in de toekomst de auto onvermijdelijk. Door de opkomst van elektrificatie en de belofte van waterstofauto's denkt Tsavachidis dat er ook voor deze ritjes een duurzaam alternatief zal komen op de verbrandingsmotor.
Opkomst van elektrische autowegen: batterij opladen tijdens het rijden
Tsavachidis verwacht ook een opmars van elektrische autowegen, waarop elektrische auto's en trucks tijdens het rijden kunnen opladen via het asfalt. "We hebben in Europa een tekort aan grondstoffen om voldoende batterijen voor elektrische auto's te bouwen. Als we auto's kunnen voorzien van kleinere batterijen, kunnen we meer batterijen produceren. Die batterijen kunnen dan via wegen opgeladen blijven."
De trend in autoland gaat volgens Tsavachidis echter nog niet in de richting van kleinere batterijen. "De SUV's worden alleen maar groter. Het percentage verkochte luxeauto's is binnen de elektrische markt groter dan onder de auto's met verbrandingsmotors. Batterijen zijn voor autoproducenten zo duur om te maken dat hun marges laag zouden zijn als ze vooral kleine auto's zouden maken. Daarom kiezen ze vaker voor auto's in het hoogsegment."
De gemiddelde elektrische auto in Europa kost momenteel wel 60.000 euro, las Tsavachidis onlangs tot haar schrik. "Dat kunnen de meeste mensen niet betalen." Om dat te veranderen, moeten beleidsmakers volgens haar het subsidiesysteem herzien. Op dit moment geven overheden vaak een vast bedrag uit aan iedereen die een elektrische auto nodig heeft.
Niet handig, vindt Tsavachidis, want de mensen die er een elektrische auto van 60.000 euro voor aanschaffen, hebben vaak zelf al voldoende kapitaal om zo'n auto te kopen.
Het is volgens haar effectiever om dit soort subsidies vooral aan de onderkant van de markt in te zetten, waar zo'n subsidie mensen daadwerkelijk over de streep kan trekken om voor elektrisch te gaan. "Maatschappelijk werkers moeten vaak met hun auto vele huizen af van mensen voor wie zij zorgen. Het zou handig zijn om elektrische auto's voor bijvoorbeeld deze groep makkelijker beschikbaar te maken."